donderdag 10 februari 2011

De eerste productierijpe weefmachine

Jaimé krijgt van de familie Steverlynck zo goed als ‘carte blanche’ om in Ieper zijn technisch denkwerk verder te zetten. Omringd door een kleine staf medewerkers krijgt hij er een eigen labo ter beschikking. Karel zet alles op het spel en vertrouwt de ontwikkeling van de firma voortaan toe aan Jaimé waardoor Juan aan de kant komt te staan. De start verloopt zeer moeizaam. Bij de prille start van de pas opgericht onderneming wordt met man en macht gewerkt aan de automatisering van de bestaande getouwen. Het totaal aantal werknemers bedraagt een vijftigtal. Eind 1936 is het dan eindelijk zover. Onder de naam ‘Omnium’ wordt na het overwinnen van talrijke mechanische problemen de eerste productierijpe Picañolmachine op de markt gebracht. Het is een schietspoelmachine waarbij zonder stoppen een nieuwe volle spoelpijp in de schietspoel wordt geslagen. De machine heeft een weefbreedte van 188 cm is vooral bedoeld voor het weven van zwaardere weefsels.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten